DXF / DWG formaat instellingen

Bij het exporteren van een selectie naar DXF of DWG, of bij het bewaren van een bestand in DXF of DWG formaat in Pythagoras, kunnen diverse instellingen worden aangepast om het resultaat te optimaliseren voor de ontvanger.
Dit artikel legt uit wat elke optie betekent en wanneer je welke instelling gebruikt.

• Bibliotheek symbolen
  • Punten:
  • Symbolen:
  • Lijnstijlen:
• Exporteer
• ByLayer instellingen
• BLOCK-namen
• CONVERSIE
• OPMERKINGEN

Bibliotheek symbolen

In dit gedeelte bepaal je hoe punten, symbolen en lijnstijlen worden omgezet naar het DXF/DWG-formaat.

Punten: 

Punten kunnen op twee manieren omgezet worden:

• Point (POINT): een eenvoudig AutoCAD POINT-object zonder stijl of kenmerken. De oorspronkelijke Pythagoras-puntstijl gaat verloren. 

• Symbool (BLOCK): elke Pythagoras-puntstijl wordt een AutoCAD BLOCK.
  • Puntkenmerken als ATTRIBS: Vink onder Puntkenmerken aan welke informatie je wil toevoegen. Deze kenmerken zijn opvraagbaar en bewerkbaar in AutoCAD.
    
    
  • Puntkenmerken als tekstobject: Vink Maak puntkenmerken zichtbaar aan onder Exporteer om deze informatie ook als tekst-object in de tekening te tonen.. 

Symbolen: 

De symbolen kunnen op drie manieren omgezet worden:

• Point (POINT): een symbool wordt een eenvoudig punt, zonder grafische vorm.
  
  
• Symbool (BLOCK): elk symbool wordt een BLOCK, inclusief rotatie, schaal en vorm. (Block name, X scale factor, Y scale factor, rotation angle).
  
  
• Opgesplitst: elk symbool wordt opgebroken in losse elementen (lijnen, cirkels, enz.) en geplaatst in de ENTITIES-section van de DXF/DWG file.

Lijnstijlen: 

Voor standaardlijnstijlen (streep, punt, streep-punt, enz.) wordt automatisch een LTYPE opgenomen in de DXF/DWG TABLE SECTION. Ook alle “Eigen” lijnstijlen worden omgezet naar LTYPE’s en blijven behouden. Het volgende is dus enkel van toepassing op andere speciale lijnstijlen.

Speciale lijnstijlen kunnen op drie manieren omgezet worden:

• Normale lijn: alles wordt omgezet naar volle lijnen.
  
  
• Behoud lijnstijl: complexe lijnstijlen worden weggeschreven naar een SHX-bestand. Dit moet samen met de DWG/DXF meegestuurd worden. (meest geschikt).
  
  
• Opgesplitst: de lijnstijl wordt opgebroken in elementaire grafische componenten geplaatst in de ENTITIES-section van de DXF/DWG file.

Exporteer

Exporteer onzichtbare punten en lijnen: onzichtbare punten worden geëxporteerd (als DXF/DWG POINT), indien deze keuze gemaakt wordt. In het andere geval worden onzichtbare punten niet geëxporteerd.

Exporteer polygonen/paden als polylijn: polygonen en paden worden geëxporteerd als een AutoCad-POLYLINE.

Exporteer objecten in 2D: Z-waarde wordt genegeerd; alle objecten liggen op Z=0.

Standaard worden objecten in 3D geëxporteerd.

Maak puntkenmerken zichtbaar: toont puntkenmerken als tekstelementen in de tekening.

Subdocumenten als xrefs: subtekeningen worden toegevoegd als externe referentie (XREFs). Zorg ervoor dat je hoofdtekening actief is.

ByLayer instellingen

Bepaalt hoe laaginstellingen zoals kleur, lijnstijl en lijndikte worden geïnterpreteerd:

• Kleur: de meest voorkomende kleur per laag wordt als standaardkleur ingesteld.

• Lijnstijl: idem voor lijnstijl.

• Lijndikte: idem voor lijndikte.

Deze instelling is handig wanneer de ontvanger een typische AutoCAD-structuur verwacht.

BLOCK-namen

Bepaal hoe BLOCK-namen worden opgebouwd: Groep_Symbool of Symbool.

• Symbool: gebruik alleen de naam van het symbool.

• Groep_Symbool: de naam bestaat uit 'groepnaam_symboolnaam'.

Prefix (optioneel): Voeg een voorvoegsel toe aan alle BLOCK-namen bij de omzetting naar DXF/DWG. Handig om symbolen uit Pythagoras herkenbaar te maken in AutoCAD of om naamconflicten te vermijden, bv. met prefix PY_.

CONVERSIE

Enkel actief als een conversietabel is geladen (via Instellingen > Beheer conversieplannen). Deze instellingen hebben voorrang op andere instellingen:

• Breedte naar kleur: zet lijndiktes om naar specifieke kleuren.

• Symbolen en lagen: zet symbolen en lagen om volgens het conversieplan.

Bij gebruik van een conversietabel wordt geen header geschreven.

OPMERKINGEN

• Patronen worden geëxporteerd als HATCH-objecten. Indien dit niet lukt, worden ze als anonymous block toegevoegd.
• Alleen het actieve terreinmodel (DTM) wordt in zijn volledigheid omgezet naar 3D FACE.
• AutoCAD ondersteunt geen Uitzichten zoals in Pythagoras. Alles wordt weergegeven volgens het huidige documentvenster.

Lees ook het artikel 'Bewaar als' vs 'Exporteer' voor een vergelijking van beide methodes: Verschil tussen 'Bewaar als DWG' en 'Exporteer DWG'